De eerste muziek
Een mens ligt op je en in je
Je weet niet of je het zelf bent of
een vreemde, niet heel anders
Als muziek die je neuriet
De eerste muziek die je hoorde
was op een plein in de stad
De melodie kwam op door herhaling
Ben je alleen op straat, hoor je
de orgelmuziek uit de Kloosterkerk
Alles komt van ver en van dichtbij
Een mens draait zich om,
vervaagt of jij bent het
Een losse toon