De man alleen staalt zijn lichaam
in het donker
In de restruimte van de vuilnis
Gewichten tillen het lichaam naar
aanwezigheid
Waar zijn hond slaapt is hetzelfde verlangen,
zucht naar aarde
Zonder verplaatsing in de kamer staan
Kamers waar post gestapeld mag rusten
en de bakelieten telefoon
naast het draadloze exemplaar
De bestiering is uit handen gevallen
Medicijnen, horloges, alle trofeeën
blijven bedekt in huis
Er is geen vooruitgang, het bed
blijft hetzelfde bed met hetzelfde
laken
Een sigaret roken
De man alleen heeft seconden en
seconden en seconden tegenover
zijn nieuwe, platte tv
In het donker glimmen hondenogen
en ooit of nu alvast
Alles wordt bedekt onder centimeters stof
Voor
Carel Goossen
Geboren
30 juli 1935, Den Haag
Overleden
6 augustus, Den Haag